De ouderenzorg verdient beter!

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN EN OUDERENZORG

door Hanneke te Winkel

Differentiatie ouderenzorg

In 2003 kwamen Arcares (inmiddels ActiZ*) en de HBO-raad met elkaar overeen een differentiatie ouderenzorg te ontwikkelen binnen de opleidingen Bachelor of Nursing (hbo-v). De inzet van hbo-verpleegkundigen in de ouderenzorg en in het bijzonder de verpleeghuiszorg was tot dan toe minimaal. Er is de afgelopen jaren een kloof ontstaan tussen de complexiteit van de zorgvragen en de kwantiteit en kwaliteit van het personeel.

De economische, sociale en medische druk van de toenemende veroudering van de bevolking en veranderingen van zorgvisies, zorgvernieuwingsprocessen zoals ketenzorg, toenemende complexiteit van zorgvragen, taakverschuivingen van artsen naar verpleegkundigen, projectmatig werken en evidence based handelen vragen een andere inzet van middelen en medewerkers in de ouderenzorg.
Sinds september 2004 ligt de verpleeghuiszorg onder vuur. Vragen met betrekking tot kwaliteit van de zorgverlening worden soms breed uitgemeten in de media.
Door al deze factoren werd zowel door de HBO-raad als door Arcares de noodzaak tot de ontwikkeling van een differentiatie ouderenzorg binnen het hbo erkend.

Uitgangspunt voor de ontwikkeling is het competentieprofiel van de Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie (VGG). Dit competentieprofiel is door het NIZW ontwikkeld op basis van het boek “Met het oog op de toekomst” (Pool e.a., 2001) waarin de kerncompetenties van de hbo-verpleegkundige beschreven staan. Tegelijk met de ontwikkeling van dit competentieprofiel zijn in het land een aantal pilotprojecten gestart. Het pilot-project VGG van de Academie Gezondheidszorg van de Saxion Hogescholen dat in februari ’06 startte is er één van. De 4 hbo-v-studenten die daaraan meededen zijn heel enthousiast over de mogelijkheden die hebben gekregen. Door de krachtige leeromgeving en de onderlinge samenwerking loopt hun studie voorspoedig. In september ’07 zullen we weer twee dergelijke projecten starten.

De animo van hbo-v studenten om te gaan werken of opgeleid te worden in de ouderenzorg is tot nu toe niet groot. Voor een belangrijk deel is dit te wijten aan onvoldoende marketing op dit vlak, waardoor de bekendheid met deze nieuwe richting nog onvoldoende is.
Gezien de vergrijzing en de verwachte vraag naar zorg in deze sector is het creëren van voor hbo-opgeleiden aantrekkelijke functies in de ouderenzorg echter een dringende noodzaak. “De ouderenzorg verdient beter”, was dan ook de titel van de oratie van Jan Hamers toen hij in 2005 hoogleraar Verpleging en Verzorging van Ouderen werd in Maastricht. De ouderenzorg verdient beter, in dubbele zin.
De Saxion Academie Gezondheidszorg Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie wil daar graag een bijdrage aan leveren!
Maatschappelijke ontwikkelingen en de ouderenzorg

Vergrijzing en ontgroening en consequenties voor de zorg

De veranderende bevolkingsopbouw zal de komende jaren enorme consequenties voor de zorg hebben. Er komen naar verhouding steeds meer ouderen (‘vergrijzing’ of ‘verzilvering’), er komen naar verhouding meer hoogbejaarden (‘dubbele vergrijzing’) en het percentage jongeren -die de zorgverleners voor ouderen moeten worden en mede voor financiering moeten zorgen- neemt af (‘ontgroening’).

De dubbele vergrijzing betekent ook een toename van mensen met complexe gezondheidsproblemen zoals bijvoorbeeld vormen van dementie. Nederland telt al ruim 300.000 mensen met dementie.
De kloof die ontstaan is tussen de complexiteit van de zorgvragen en de kwantiteit en kwaliteit van de middelen en het personeel in de ouderenzorg vraagt om acties.
Zorgvisies zijn veranderd. In de huidige opvattingen is verantwoorde zorg afgestemd op de individuele bewoner en diens naasten én houden de zorgverleners rekening met professionele standaarden. In veel verpleeghuizen is gedegen beleid ontwikkeld in deze richting. In de praktijk lukt het vaak niet dit te realiseren.

Noodzakelijke ontwikkelingen in de zorg

“Het verschil tussen zorgbeleid en dagelijkse zorgverlening leidt tot spanningen en wordt vaak als een onoverbrugbare kloof ervaren. Hoeveel er ook geïnvesteerd wordt in het overbruggen van die kloof, het lijkt te weinig op te leveren.” , schijven Pool en Schumacher in Rollen en competenties van de hbo-verpleegkundige in het verpleeghuis (2006, p.22)
“ Naast …capaciteitsproblemen speelt ook een aantal interne oorzaken die meer te maken hebben met het onvoldoende benutten van de competenties van medewerkers dan met de beschikbare capaciteit.” (Ibid., p9-10)

In zijn oratie ‘Ouderenzorg verdient beter’ noemde Jan Hamers, bijzonder hoogleraar Verpleging en Verzorging van Ouderen in Maastricht, als verbetergebieden:

Het primaire zorgproces, de praktijk:
De zorg verdient beter op het gebied van onderzoek en het gebruik van wetenschappelijke kennis.
De praktijk is nog vaak gebaseerd op ervaring, traditie, autoriteit, niet op beschikbare kennis en evidentie.

De organisatie van zorg, het beleid

Ook organisatie en beleid zijn vaak gebaseerd op ervaring, traditie en autoriteit, niet op beschikbare kennis en bewezen kennis.
Uit onderzoek kan blijken onder welke omstandigheden werkt iets wel of niet werkt. Daaruit is de kans op succes van een bepaalde maatregel af te leiden.
Ook de visie op zorg en de organisatie ervan zouden veel meer met bewezen feiten onderbouwd moeten worden.
Het is hierbij noodzakelijk dat goed toegeruste professionals de noodzakelijke veranderingen in de praktijk begeleiden. Er zijn met name verpleegkundigen van niveau 5 nodig
We moeten zicht krijgen op wat we in het aanbod paraat moet hebben en dan per individu kijken wat we in moeten zetten.
Ter aanvulling: de Groningse hoogleraar Joris Slaets pleit voor het in kaart brengen van beschermende factoren en hulpbronnen van mensen en het versterken van deze, naast uiteraard aandacht voor risicofactoren en preventie. (Bron o.a. mondelinge mededeling, 2005)

Daarnaast verdient de ouderenzorg volgens Hamers beter met betrekking tot de publiciteit.

Publiciteit

Problemen met betrekking tot kwaliteit van de zorgverlening worden soms breed uitgemeten in de media. Negen van de tien bewoners is tevreden, constateerde het Sociaal Cultureel Planbureau in december 2005 (www.scp.nl) Een dergelijk bericht krijgt in de media weinig aandacht, incidenten en misstanden in de ouderenzorg des te meer., met alle gevolgen van dien voor het zelfvertrouwen van medewerkers in de ouderenzorg en de aantrekkelijkheid van het werkveld.Die negatieve spiraal zou doorbroken moeten worden.
Naast meer evenwichtige publiciteit is emancipatie van het werkveld belangrijk.

Academisering van de zorg en (praktijk)onderzoek
Hamers en anderen pleiten voor academisering van de ouderenzorg die er toe kan leiden dat de zorg zo veel als mogelijk is gebaseerd op onderzoeksresultaten met bewezen werkzaamheid en dat die kennis zo breed mogelijk verspreid wordt binnen de praktijk.
De wisselwerking tussen onderzoek en praktijk kan bevorderd worden door onderzoekers die met één been in de praktijk staan. (Bronnen: Van de Pasch (2005) en een artikeltje in NRC van 30 1 ’06)
Naast wetenschappelijk onderzoek kan ook praktijkonderzoek, zoals dat door hbo-verpleegkundigen kan worden uitgevoerd een belangrijke bijdrage leveren.

Taakherschikking
In ‘Een nieuwe verpleegkundige in het verpleeghuis’ (2004) concluderen Schumaker en Pool dat consequente taakherschikking van verpleeghuisarts naar verpleegkundige de sleutel is tot verbetering. Schumacher: “Daar waar de ‘trap’ van arts, verpleegkundige en verzorgende goed is ingevuld, verbetert de totale zorg. Eigenlijk zo logisch.”
Ook Prismant heeft recent onderzoek gedaan. ‘Taakdelegatie van verpleeghuisartsen’ beschrijft de kwaliteitswinst die optreedt als de arts de verantwoordelijkheid voor (delen van) het behandel- en zorgbeleid en de coördinatie van zorg overdraagt aan praktijkverpleegkundigen, geriatrisch verpleegkundigen of Nurse Practitioners. Een win-win-situatie voor een ieder, concludeert het rapport. Verpleegkundigen worden aangesproken op hun professionaliteit, hebben meer carrieremogelijkheden en een duidelijke eigen positie, terwijl de verpleeghuisarts zich op de medische kerntaken kan richten. Dit leidt tot een interessantere werkplek voor beiden, met als resultaat een toestroom van beide professies, zo is de hoop.
Tenslotte bepleit ook de NVVA (Vereniging van Verpleeghuisartsen) de ‘terugkeer’ van verpleegkundigen naar de verpleeghuizen. (Zie ook Nuijens, Schoof, Smid, 2004)

Ouderenartsen
Er zijn diverse plannen om de functie van verpleeghuisarts door te ontwikkelen tot ouderenarts. “Deze ouderenarts richt zich op medische behandeling van zorgvragers met complexe problematiek ongeacht hun verblijfsomgeving. Gevolg hiervan is dat de muren van de organisatie virtueel worden; de organisatie raakt hecht verankerd in een nieuwe lokale structuur van gezondheidszorg voor ouderen. Kenmerkend hierbij is, dat de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg in organisatorische zin aan elkaar gekoppeld worden in een lokaal gezondheidscentrum door het samenbrengen van huisarts en ouderenarts, het toepassen van taakherschikking met gebruikmaking van hbo- professionals, het gericht inzetten van aanvullende diensten en bedrijfsmatige ondersteuning vanuit een tweedelijnscentrum V&V, eventueel uit te breiden met andere dienstverleners, bijvoorbeeld het ziekenhuis.” ( Nuijens, Schoof, Smid, 2004)

Hbo-v-ers nodig
Zoals boven beschreven wordt in het kader van taakherschikking de functie van de hbo-opgeleiden in de ouderenzorg genoemd als een belangrijke randvoorwaarde om door de verpleeghuisarts / ouderenarts gedelegeerde taken uit te voeren. De hbo-opgeleide verpleegkundige wordt door zowel de zorginstelling als de opleiding gezien als de beste optie hiervoor. Ook de Advanced Nursing Practitioner speelt bij deze taakherschikking een rol.
“De complexiteit van het gedrag en de situatie van de cliënt vragen om meer verpleegkundige deskundigheid, zowel ter verlichting van het takenpakket van de arts, als ter ondersteuning van de verzorgenden.” (Pool en Schumacher, 2006, p.30)
“ Artsen gaven aan dat taakherschikking van arts naar verpleegkundige mogelijk is op het gebied van preventie, acute eenvoudige medische handelingen en het toezicht op zorgbeleid.” (Pool & Schumacher, 2005,p.39)
“Taakherschikking …kan alleen gerealiseerd worden als het past binnen het instellingsbeleid. Daarvoor moet een nieuwe verpleegkundige functie gecombineerd worden met een afgewogen pakket voor artsen en voor verzorgenden van alle niveaus.” (idem,p. 40) Taakherschikking van arts naar verpleegkundige heeft kwantitatieve voordelen omdat het kan leiden tot verlichting van het takenpakket van de arts. In kwalitatief opzicht is taakherschikking een goede optie om de deskundigheid van de verzorgenden te bevorderen.” (idem, p.40)


AGZ Saxion en ouderenzorg,
De Academie Gezondheidszorg biedt via de vernieuwde differentiatiefase studenten volop mogelijkheden zich te profileren op het gebied van de ouderenzorg. Onder andere de minor “Ouderenvraagstukken’ biedt hiervoor goede mogelijkheden.

Voor het Kenniscentrum Zorg en Welzijn van de Saxion Hogescholen zijn zowel ‘Ouderenzorg’ , ‘Palliatieve Zorg’, ‘Zorg voor Chronisch Zieken’ en ‘Zorg en Wonen’ als ‘Zorg en technologie’ en ‘Zorg en Ondernemen’ speerpunten voor de komende jaren.

Noot

*Arcares, de branche-organisatie voor verpleeg- en verzorgingshuizen, is inmiddels gefuseerd met de thuiszorg. De nieuwe organisatie heet Acti-Z.
Acti-Z geeft een digitale nieuwsbrief uit over allerlei ontwikkelingen op het gebied van zorg en wonen.
website: http://www.acti-z.nl/

Literatuur




  1. HBO-raad en NIZW Competentieprofiel Verpleegkundige Gerontologie-Geriatrie
  2. Nuijens,J.M., Schoof,P. en Smid,J. (2004) De functie medische behandeling in de ouderenzorg. Evaluatie van strategische opties voor verpleeghuizen.
    Studie in het kader van de TIAS-leergang “Strategie en Management van Organisaties in de Gezondheidszorg”.
  3. Pasch T. van de, (2005), De ouderenzorg verdient beter.
    Interview met J.Hamers, hoogleraar Verpleging en Verzorging van Ouderen,
    in: TVZ 2005, nr.11, p. 22-24.
  4. Pool, A.., Pool-Tromp, C., Veltman-van Vugt, F. & Vogel, S. (2001). Met het oog op de toekomst. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam en NIZW.
  5. Pool,A. en Schumacher,J. (2006) Rollen en competenties van de hbo-verpleegkundige in het verpleeghuis. Vernieuwing van professionele verpleeghuiszorg. Utrecht, Uitgeverij Lemma/ NIZW
    ISBN 90 5931 4042
  6. Schumacher,J. en Pool,A. (2004) Een nieuwe verpleegkundige in het verpleeghuis NIZW Zorg, juni 2004

[terug naar: Informatie over VGG project]